Het septembernummer 2020 van het Gregoriusblad is verschenen!
Hieronder een overzicht van de onderwerpen, artikelen en besprekingen, voorzien van beeld én geluid.


Roger Scruton

Scruton2In zijn column besteedt Erik Heijerman aandacht aan deze in januari j.l. overleden Britse filosoof'. Een bescheiden man, maar omstreden om zijn conservatieve opvattingen en morele posities die hij ontvouwde in diverse monumentale boeken. Scruton liet niet af te benadrukken hoe wezenlijk het is om via het onderwijs cultuur door te geven aan volgende generaties, ook al beseffen kinderen wellicht pas later wat ze er aan hebben. Scruton draagt volgens Heijerman thema's aan die ook voor een hedendaagse kerkmusicus van groot belang zijn. Zoals de plaats van schoonheid en het heilige in ons leven.

 

Een contour van liturgische toekomstmuziek

door Ad de Keyzer

foto Door podium en zaal tegelijk BHuijbersIn deze jaargang van het Gregoriusblad worden vier hoofdartikelen gewijd aan de muzikale consequenties van bepaalde bewegingen, dynamieken of omwentelingen in kerk en liturgie.
In deze september editie is het woord aan Ad de Keyzer, gepensioneerd wetenschappelijk medewerker van het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen op het gebied van liturgie en spiritualiteit. Uitgangspunt van zijn artikel is de bundel van Bernard Huijbers: “Door podium en zaal tegelijk – Volkstaalliturgie en muzikale stijl – Zes en een half essay over muzikale functionaliteit”. Daarin probeerde Huijbers onder woorden te brengen wat wezenlijk is in de ontwikkeling en de vernieuwing van de liturgische muziek na Vaticanum II, daarbij een voorbeeld nemend aan het werk van de Franse jezuiet J. Gélineau. Zoals het gebruik van de beurtzangvorm; de open vorm, waarin een psalmtekst onberijmd wordt gezongen (beluister voorbeeld hieronder) en de melodie van de voorzangverzen een formule is die zich aanpast aan de tekst. Ad de Keyzer overziet wat dat alles heeft opgeleverd, bijna 60 jaar later. Wat is de betekenis van het begrip Participatio Actuosa, dat in die vernieuwingen een centraal gegeven werd? Wat is onze opdracht om dat verder vorm te geven? Lees verder in het Gregoriusblad van september 2020!

Beluister hier één van de vroege composities voor de Volkstaalliturgie van Bernard Huijbers



Heer onze Heer – psalm 8 (vertaling: Vijftig Psalmen. Koren o.l.v. Tom Löwenthal, Thom Jansen - orgel, Henri Heuvelmans - piano, Loes Aartsen - solo (van CD 'Gij die weet' - Stichting Leerhuis en Liturgie – 1988)


Wonen in klanken

Een muzikale biografie van Maurice Pirenne (1928-2008)

bespreking door Anthony Zielhorst

Pirenne1993Ruim tien jaar na het overlijden van deze Brabantse priester-musicus heeft de Stichting Maurice Pirenne zijn biografie het licht doen zien, geschreven door Jan Jaap Zwitser en Anton Vernooij.
Zwitser beschrijft het leven van Pirenne en zijn familie, Vernooij bespreekt een aantal van zijn vele werken - op Latijnse tekst, proprium- en ordinariumgezangen voor de volkstaalliturgie, psalmen, werken op profane tekst en instrumentale werken. Behalve docent orgel en gregoriaans, rector cantus en later organist van de Sint Jan in Den Bosch was Pirenne vooral ook componist, concludeert Anthony Zielhorst in zijn bespreking van dit boek. Het boek verdient volgens hem naast veel lof ook een aanvulling, waarin nog dieper ingegaan wordt op Pirennes compositietechniek. Ook de werkenlijst is voor verbetering vatbaar.

Beluister hier van Maurice Pirenne:
Heer onze God – Psalm 8 (vert: Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde. Vocaal ensemble Duodektet o.l.v. Christiaan Winter (van CD Stichting Maurice Pirenne)

 

 

De lof Gods geef ik stem. Maar hoe?

Door Bert Stolwijk en Richard Bot

fermate coronaIn dit voorjaar werden in heel Nederland de kerkdeuren gesloten vanwege de coronapandemie. waarna de gelovigen aangewezen waren op tv-uitzendingen, livestreams en eerder opgenomen vieringen. Tegelijk met het afgelasten van de publieke vieringen werden ook de koorrepetities verboden. De lof Gods kreeg even geen stem… Want juist zingen met velen zou de kans op besmetting aanzienlijk vergroten. Wat waarschijnlijk weinig musici zich hebben gerealiseerd: met het Italiaanse woord Corona wordt ook het fermate-teken bedoeld! De coronacrisis was – en is nog steeds - dus letterlijk een fermate voor de vocale kerkmuziek. De coronapandemie heeft een enorme impact. Zingen ís toegestaan, met slechts enkele zangers en op meters afstand van elkaar. Maar ook de muzikale vormgeving van de liturgie verandert, of zou moeten veranderen, door de beperkte mogelijkheden. Twee door de wol geverfde kerkmusici – tevens redacteuren van het Gregoriusblad - geven hun visie.

 

'Ik ben baas over mijn eigen muziek'

interview met Calliope Tsoupaki – Componist des Vaderlands
door Kees van Mechelen

Calliope Tsoupaki 5In november 2018 werd Calliope Tsoupaki (1963) voor twee jaar aangesteld tot Componist des Vaderlands. De opdracht: met composities reageren op actuele gebeurtenissen in het dagelijks leven. En daarmee ook aandacht vragen - via allerlei kanalen - voor het feit dat componisten er toe doen in deze samenleving en betekenis hebben voor een breed publiek. Ze werd geboren in de Griekse havenstad Piraeus. Studeerde piano en muziektheorie aan het conservatorium in Athene. Op haar 25e reisde ze naar Amsterdam om te studeren bij Louis Andriessen. Ze was er van overtuigd dat alleen hij haar verder kon brengen in wat ze wilde: haar Griekse-Orthodoxe achtergrond op een heel eigen en nieuwe wijze integreren in haar composities. Religie en geloof zijn voor haar van jongsaf aan vanzelfsprekend en onmisbaar aanwezig in haar leven. Ze is sinds haar studie in Nederland gebleven en voelt zich hier thuis. En voelt zich als componist autonoom: Baas over haar eigen muziek. Ze doceert compositie aan het Koninklijk conservatorium in Den Haag. Op dit moment werkt ze onder andere aan een requiem voor kamerkoor Ad Parnassum. Het is haar tweede requiem. Het eerste, Liknon ('schommelwieg') ging in première als 'Bosch Requiem' in 2019.
Beluister hier een deel van dit requiem.

Naar aanleiding van de brand in de Notre Dame schreef zij het orgelwerk Pour Notre-Dame.

Uiteraard leidde ook de coronapandemie tot verschillende nieuwe werken. Zoals (klik op de titels om te beluisteren):

Inner life  - voor piano, première door Saskia Lankhoorn bij Podium Witteman

Meeting point   - voor piano, door Calliope zelf uitgevoerd

Thin air – solowerk voor een breed scala van instrumenten in opdracht van Festivals for Compassion; een uiting van solidariteit van 25 Europese muziekfestivals met allen die getroffen zijn door of zich inzetten voor de bestrijding van het coronavirus.
Deze compositie is de basis geworden voor een muzikale estafette door Europa, waar het werk door diverse solisten en solo-instrumenten is uitgevoerd.

 

In de rubriek Besprekingen onder meer:

Boekomslag BesprekingenVan Elvis-viering tot U2-dienst –
over het gebruik van popmuziek in de kerk

Fred Omvlee, Jan Andries de Boer, Piet van Die

(Utrecht – KokBoekencentrum 2019)

Martin hoondert bespreekt het boek. De auteurs zijn alle predikant en hebben ervaring met het gebruik van goede popmuziek in de liturgie. Het is zowel een doe-boek, met zeer praktische aanwijzingen omtrent het gebruik van popmuziek in een viering, als een aanzet tot nadenken over de waarde van popmuziek en haar religieuze, levensbeschouwelijke lagen. Hoondert ontdekte dankzij het boek onder meer Questions for the angels van Paul Simon. Klik hier om te luisteren.

 

Poëzie in de Plechelmus

door Cees van der Poel

front orgel PlechelmusSinds de Goede Week van dit jaar verkeert het Witte-orgel van de Plechelmusbasiliek te Oldenzaal weer in blakende staat, na de restauratie die de firma Reil uit Heerde uitvoerde en bijna een jaar in beslag nam. Het is boeiend om te lezen wat een orgel zo al 'meemaakt' en teweegbrengt. Het werd in 1889 gebouwd door Johan Frederik Witte voor de Grote Kerk in Hoorn. Toen die gesloten werd 1969, had Oldenzaal belangstelling voor het orgel. Er moest nog het nodige water naar de zee stromen, voor het orgel daar kon klinken: Een bouwer die het orgel in delen had willen verkopen, een kerkbestuur dat dwars lag maar toch overstag ging, Monumentenzorg die zich er mee bemoeide. Om nog te zwijgen van wat er in de loop van decennia aan het instrument was versleuteld. Cees van der Poel, zelf betrokken bij deze restauratie namens de KKOR, vertelt het in geuren en kleuren en vindt dat Reil op verantwoorde wijze het oorspronkelijke karakter dat Witte er ooit aan gaf, tot leven heeft gebracht. Het orgel klinkt hem als poëzie in de oren. Helaas kon het nog niet officieel weer in gebruik genomen worden, vanwege de coronamaatregelen.

 

Antonio Caldara (1670?-1736)
– kapelmeester temidden van muzikale bloei

door Rens Tienstra

antonio caldara 1670Caldara, 350 jaar geleden geboren in Venetië, schreef tientallen opera’s, oratoria, cantates, meer dan 100 missen, en andere werken. Zijn muziek wordt niet heel vaak uitgevoerd, maar de kwaliteit ervan is onomstreden: Bach, Telemann, Haydn,Mozart, Albrechtsberger, Beethoven en Brahms kopieerden, studeerden en gebruikten allen Caldara’s werk. Vanaf 1699 was hij maestro di cappella aan het hertogelijk hof van Mantua, dezelfde functie die Monteverdi negentig jaar daarvoor had vervuld. Daarna werkte hij in Rome, Barcelona, Milaan en Wenen. Samen met Johann Josef Fux was Caldara een essentiële schakel in de ontwikkeling van de Weens-klassieke stijl. Meer over het zeer productieve en bewogen leven van deze componist in het septembernummer van het Gregoriusblad!
Beluister hier enige werken van Caldara (klik op de titels):

Cantata per la Notte de SSmo Natale

Vespro per la Messa dei SS. Pietro e Paolo

Misere mihi, Domine

 

Lied van het lied

tekst: Michael Steehouder – muziek: Chris van Bruggen
Liedbespreking door Kees van Mechelen

De redactie van het Gregoriusblad heeft de rubriek liedbesprekingen weer opgepakt, nadat deze sinds 2005 uit ons blad was verdwenen. Het ‘Lied van het lied’ werd gepubliceerd in de Muziekbijlage van het Gregoriusblad, MB 1100-1101 (maart 2017). Het werd geschreven bij gelegenheid van het 50-jarig kloosterjubileum in 2016 van dominicaan, publicist en cantor Henk Jongerius.

Lied van het lied

Er is een woord dat diep in mij gaat leven,
er is een stem, die zegt het in mijn oor,
er is een boek, waarin het staat geschreven,
maar boven alles klinkt een hoge toon.

Refrein:
Lied in mij dat zingt van leven, lied in mij dat vreugde brengt,
lied gedeeld door mij met velen, waarin ik mijzelf herken.

Er is de nacht, van stilte, aardedonker,
er is de nacht van zielsverlatenheid.
Dan is er nog een lied dat wordt gevonden,
een nieuw gezang dat klinkt weer wijd en zijd.

Er is de hoop dat mensen zich verzoenen,
er is de droom van leeuw ligt naast het lam,
het visioen van brood en wijn voldoende,
er is een zingen dat anders kan.

En komt de dag dat alles weg zal zinken,
en stilte neemt mijn leven uit de tijd,
dan zal mijn lied nog in mij blijven klinken
met iets erin van tijd en eeuwigheid.

Dank voor het lied dat verder gaat dan woorden,
dank voor de stem die mij gegeven is,
dank voor de klank van noten en akkoorden,
dank voor de zang die mensenleven is.

Beluister hier het lied, uitgevoerd door Kamerkoor Ad Parnassum o.l.v. Anthony Zielhorst m.m.v. Wouter van Belle, orgel (opname Kees van Mechelen, voor het Gregoriusblad – Goirkese Kerk Tilburg -  juni 2019)

 

Erratum: Memento Mei - Ronald van Baekel

In de Muziekbijlage bij dit septembernummer 2020 is het motet Memento Mei niet correct afgedrukt.
Klik hier om de juiste versie te downloaden.

 

Wilt u luisteren naar opnamen van composities en bewerkingen uit de Muziekbijlagen? Klik hier!

De afleveringen van het Gregoriusblad en de bijbehorende muziekbijlagen bij het maart- en septembernummer zijn ook los te bestellen.
Klik hier om naar de website te gaan.