Het juninummer 2019 is verschenen. Wat kunt u verwachten? Hieronder een samenvatting van artikelen, interviews en besprekingen; zoals altijd voorzien van beeld en geluid.
Column: De vitaliteit van het gregoriaans
Anthony Zielhorst bezocht de Dag van het Gregoriaans, gehouden in de Utrechtse Pieterskerk. Hij was er op verschillende manieren bij betrokken: Tijdens de vesper meezingend met alle deelnemers, als dirigent van het Gregoriaans Koor Utrecht in een concert rond het Hooglied, en als student... De promotie van Leo Lousberg maakte hem benieuwd naar weer nieuwe ontdekkingen in de interpretatie van de aloude neumen. Meer van weten? Lees de juni-editie van het Gregoriusblad!
Waarom liturgische muziek?
Aflevering 2: Gezongen bijbel
door Alex van Heusden
In deze 143e jaargang van het Gregoriusblad stellen we de vraag naar het waarom van de liturgische muziek. We zijn er immers van overtuigd dat muziek in de liturgie ‘er toe doet’, onmisbaar is voor het christelijk ritueel. In een reeks van vier hoofdartikelen willen we laten zien waarom de inzet van de kerkmusicus van belang is. Werd in het maartnummer gekeken naar muziek als ‘locus theologicus’, in dit tweede artikel in de serie schrijft Alex van Heusden over de muzikaliteit van de Bijbel. Hij verwijst onder meer naar een voordracht die oudtestamenticus Han Renckens (1908-2001) hield in 1981 met als thema Zingende diaspora. Daarin zei hij onder meer: ‘Het is in de geest van de Bijbel te proberen ieder moment van je leven, iedere situatie zo menselijk mogelijk te beleven. Zelfs in uitzichtloze omstandigheden mens te blijven - dat is de opdracht van de bijbel; zelfs als je niets meer hebt, geen land, stad, heilige plaats, tempel, toekomst. Dát heeft Israël beleefd en dat kan voor ons een herkenbare levensles worden.’ Met name gezongen liturgie was voor Renckens de vanzelfsprekende ruimte waarin de bijbel gevierd en haar opdracht verklaard wordt. Van Heusden illustreert zijn verhaal met diverse voorbeelden uit de psalmen, hét liedboek in de bijbel.
Petit Jan de Latre en zijn kerkelijke muziek
door Simon Groot
Johannes de Latre, bijgenaamd Petit Jan (ca 1508-1569), behoorde tot een generatie van Nederlandse musici die publiceerde in het midden van de zestiende eeuw. Aanvankelijk had hij een voorspoedige carrière, waarin hij niet voor zijn thans bekendere tijdgenoten Jacobus Clemens non Papa, Thomas Crecquillon en Pierre de Manchicourt hoefde onder te doen. Na een veelbelovende start keerde het tij en kwam De Latres carrière in het slop. Hij vertrok uit de zuidelijke gewesten, het toenmalige centrum van het Nederlandse muziekleven, en vestigde zich achtereenvolgens in Amersfoort en Utrecht. De Latre componeerde wereldijke muziek – chansons op Franse en Nederlandse teksten (ook in beide talen in één lied – en niet zelden op pikante teksten over de liefde). Daarnaast ook religieuze motetten en meer. Geen 'spetterende' muziek, volgens Simon Groot; geschreven in het gangbare idioom van die periode. Niet moeilijk uitvoerbaar. Maar polulair! Getuige diverse herdrukken van de muziek is Le Latre altijd graag gezongen.
Beluister hier (klik op de titels):
Al hadde wy vijfenveertich bedde
Lamentationes de Latre
'Dan schrijf ik zelf maar een mis dacht ik'
Lisanne Bosman (1993) en Hugo Hopman (1997) zijn jonge zangers in het kathedrale koor Sint Bavo te Haarlem. Allebei bezochten ze de koorschool St. Bavo, en gingen ze na hun middelbareschooltijd naar het conservatorium. Lisanne is afgestudeerd als popzangeres, treedt op en geeft les; is daarnaast een opleiding in een heel andere richting gestart. Hugo studeert nog – slagwerk. Allebei componeerden ze onlangs een mis. Lisanne de Missa Puellarum voor 4-stemmig vrouwenkoor, en Hugo de Missa Satis Bona voor gemengd koor SATB. Muziek die ook in de Bavo-kathedraal is uitgevoerd. Kees van Mechelen sprak met hen. Over de koorschooltijd, over zingen in de kathedrale koren en natuurlijk over hun composities.
Beluister
*de Missa Puellarum van Lisanne Bosman en bekijk een pagina uit het Gloria.
*de Missa Satis Bona van Hugo Hopman
(Kyrie-Gloria op 4'49 - Sanctus op 37'15 en Agnus Dei op 46'50)
en bekijk een pagina uit het Agnus Dei
Het lijflied van ..... Lisanne Bosman en Hugo Hopman
Een nieuwe rubriek in deze jaargang van het Gregoriusblad. 'Wat is uw/jouw lijflied?', vragen we aan de gasten in ons interview.
Lisanne Bosman vindt haar keuze niet verrassend. De zeer bekende aria Erbarme dich uit de Matthäuspassion van J.S. Bach speelt al van jongs af aan een rol in haar leven en raakt haar steeds weer. Ze heeft ook gezongen in de Matthäuspassion.
Hugo Hopman koos voor God so loved the world van Bob Chillcott. Het is rustgevende, troostende muziek voor hem. Een van de eerste stukken die hij zong, toen hij als bas bij het Bavo-koor ging zingen.
Propriumgezangen van Jan Mul
Bespreking door Richard Bot
Op initiatief en onder redactie van Lourens Stuifbergen verscheen in 2018 bij de Jan Mul Stichting de bundel Propriumgezangen voor het kerkelijk jaar voor eenstemmig koor en orgel. Toonzettingen van de wisselende gezangen voor vele zon- en feestdagen in het Graduale Romanum van 1908. Jan Mul schreef ze in de periode 1939-1970 voor zijn eigen kerkmuzikale praktijk in Overveen en beperkte zich daarbij tot de antifonen van introitus, offertorium en communio, gezet voor – behoudens enige meerstemmige uitzonderingen – eenstemmig jongenskoor en orgel. Een unieke uitgave, zegt Richard Bot, die ook in de hedendaagse liturgie bruikbaar is. Klik hier voor meer informatie en besteladres.
Van deze gezangen zijn nog geen opnamen beschikbaar. Er wordt aan gewerkt.
Beluister hier van Jan Mul
Choral Joyeux (1956)
Hallelujah -
Gospels und Spirituals für gemischten Chor
Bespreking door Bert Stolwijk
Stanley Engebretson en Volker Hempfling zijn de samenstellers van deze bundel, uitgegeven bij Carus Verlag Stuttgart (2018, CV 2.104). Een bundel met dertig arrangementen van gospels en spirituals voor gemengd koor, zowel a cappella als met pianobegeleiding. De uitgever noemt de bewerkingen 'gematigd moeilijk', Bert Stolwijk vindt dat er nogal wat gevraagd wordt van een koor. Een aanwinst voor wie geïnteresseerd is in dit repertoire. Beluister hier drie fragmenten van de begeleidende CD, door het Vokal Ensemble van het Europäisches Kammerchor o.l.v. Michael Reif:
By and by, Come by here (Kumbayah!) en Calvary – Surely He died.
Chantfinder – ofwel hoe vind ik een anse chant
door Ton Meijer
Toen Hendrik VIII zich in 1534 losmaakte van de rooms-katholieke kerk en daarmee het begin inluidde van wat de anse kerk (Church of England) zou worden, werd al vrij snel het Engels de officiële taal van de kerk. Hierdoor kwam er ook behoefte aan een alternatief voor het gregoriaans, zodat de psalmen in het Engels gezongen konden worden. Uiteindelijk heeft zich dit ontwikkeld tot wat we nu kennen als n Chant. Chants zijn (vrijwel) altijd vierstemmig. Ze hebben een vaste structuur van twee delen met respectievelijk drie en vier maten. Het hangt af van de structuur en de sfeer van een bepaalde psalm welk chant het beste past. Beluister hier een voorbeeld: Psalm 42.
Ook in ons land zijn er de nodige plaatsen en koren waar men graag chants zingt, ook op Nederlandse tekst. Een aantal Nederlandstalige chants danken we aan de vorig jaar overleden rector cantus van de Haarlemse Bavo-kathedraal Jan Valkestijn.
Ton Meijer (1941), tot zijn pensionering werkzaam als physicus en computerdeskundige, daarnaast al een leven lang zanger in kerk- en oratoriumkoren, houdt zich onder meer bezig met de vormgeving van evensongs in Eindhoven. Hij was enige jaren geleden op zoek naar een melodie van een chant, waarvan hij de eerste tonen had onthouden, maar niet kon achterhalen om welke chant het precies ging. Hij ontwierp toen een methode om chants te herkennen, via een 'vingerafdruk' van de melodieën. Zo onstond de website https://www.anglicanchant.nl. De site is bedoeld als handreiking voor kerkmusici die bijvoorbeeld bij ander repertoire in een bepaalde viering een passende chant zoeken, beginnend met een bepaalde interval-combinatie.
Zijn werk leidde bovendien tot een promotie aan de Tilburg University en de publicatie Chantfinder, a melodic index of n chants.
Deel II van het Graduale Novum
door Marcel Zijlstra
Hoewel Marcel Zijlstra gregoriaans dirigeert in Amsterdam, zich heeft verdiept in de semiologie van de oude handschriften, daar ook les in geeft aan het Haags Conservatorium, zijn de eerste woorden van zijn artikel: 'Ik weet niets van het gregoriaans'.... Er is al veel wetenschappelijke studie verricht naar hoe het gregoriaans in den beginne moet hebben geklonken, maar er werd in de 9e eeuw nu eenmaal niets vastgelegd op vinyl of cd.... Dat verklaart Zijlstra's uitspraak. Ook al lijken sommige onderzoeksresultaten te overtuigen, ze blijven hypothetisch: Wat was nu echt de oorspronkelijke gedaante van de melodieën - die toen nog niet op lijnen werden genoteerd? Welke ritmiek ligt oorspronkelijk verborgen in de neumen? Enzovoort. Nog steeds ontstaan weer nieuwe inzichten, worden neuwe ontdekkingen gedaan en zijn nog diverse handschriften niet interpretabel. Een editie van gregoriaanse gezangen zou volgens Marcel Zijlstra niet meer op papier maar op een website moeten worden uitgebracht. Zodat steeds wijzigingen kunnen worden doorgevoerd.
Overigens zij de voornaamste gregoriaanse handschriften al enige tijd online beschikbaar. Niettemin moet er gezongen worden in de liturgie. En moeten er soms nieuwe zangboeken, volgens de laatste inzichten, verschijnen. In het Graduale Novum II, de nieuwe romeinse Editio Typica, gemaakt door zeer deskundige paleografen, zijn al de nodige zaken terecht bijgesteld, en het repertoire belangrijk uitgebreid. Voor de gehele beschouwing van Marcel Zijlstra: Lees het juninummer van het Gregoriusblad!
Het Leeflang-orgel
in de kerk van Sint Paulus' Bekering te Capella a/d IJssel
door Ton van Ec en Richard Bot
Sinds de bouw in 1967 van bovengenoemde kerk werd een elektronium ingezet voor de begeleiding van de liturgische muziek. Na ruim veertig jaar was dit apparaat aan het eind van zijn Latijn. In november 2014 vonden de eerste gesprekken plaats met over vervanging van dit instrument. Bewust koos men niet voor een digitaal apparaat, maar voor een pijporgel. November 2016 viel het oog op het Leeflang-orgel uit de voormalige Immanuelkerk in Rotterdam-Alexander. Het orgel lijkt in diverse opzichten gemaakt voor de Pauluskerk, constateerde Richard Bot in een advies aan de parochie. Adviseur Ton van Eck werd bij het project betrokken, het orgel werd door vrijwilligers gedemonteerd en vervoerd en geinstalleerd in de Pauluskerk door orgelmaker Reil te Heerde . Op 26 november 2017 werd het orgel ingezegend en tijdens een kennismakingsconcert gedemonstreerd door de beide auteurs van dit artikel.
Dispositie en technische gegevens van het orgel:
Hoofdwerk (I):
Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Gedekte Fluit 4', Nasard 2 2/3' , Schweizerpfeite 2', Terts 1 3/5' - 2004, Mixtuur IV sterk (1 1/3').
Borstwerk (II):
Gedekt 8', Roerfluit 4', Quint 2 2/3' , Prestant 2', Roerschalmei 8'
Pedaal:
Subbas 16', Holpijp 8', Roerquint 5 1/3', Koraalbas 4', Fagot 16'.
Koppelingen:
Manuaalkoppel, Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Borstwerk.
Speelhulpen:
Tremulant.
Samenstelling mixtuur IV-sterk (I):
C: 1 1/3' - 1' - 2/3' - 1/2'. c°: 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c': 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. fis'': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'
Manuaalomvang: C-g'''
Pedaalomvang: C-f'
Toets- en registertractuur: Mechanisch
Windlade(n): Sleeplade