Het juninummer 2015 van het Gregoriusblad gaat binnenkort verschijnen. Hieronder een overzicht van wat u in deze editie onder meer kunt verwachten. Uiteraard voorzien van beeld én geluid!

 

70 jaar na de oorlog
In zijn column geeft hoofdredacteur Martin Hoondert een indringend voorbeeld van 'muzikale oecumene'. Op 9 april 1945 stierf pastoor Henri Vullinghs in kamp Bergen-Belsen aan dysenterie. Een dapper man, die als pastoor van Grubbenvorst (bij Venlo) met grote vanzelfsprekendheid verzet bood tegen het kwaad van de oorlog. Vele joden en neergestorte geallieerde piloten bezorgde hij een onderduikadres. En daarvoor werd hij oopgepakt. Eén van de mensen die zijn leven te danken heeft aan de inzet van pastoor Vullinghs was de joodse componist Hans Lachman (1906-1990). Ter ere van Vullinghs componeerde Lachman het Van Limburg Requiem. Een joods componist die de rooms-katholieke requiemtekst op muziek zette. Op 4 mei 1960 was er een radiouitzending van dit Requiem. Op 9 april 2015 werd Lachman’s Requiem opnieuw uitgevoerd in de kerk van Grubbenvorst en op 3 mei j.l. is het werk uitgezonden door EO-radio. Opnamen daarvan zijn uitgebracht op cd. Beluister hieronder een fragment van het Lachman-requiem, dat we danken aan het Comitee Van Limburg Requiem en Agnes Music Management. Via de site is de CD van het gehele werk te bestellen.


 

 

Liturgische vertalingen: De weg die voor ons ligt
door Rita Ferrone en Paul Inwood

TrinityCathedralChoirRita FerroneOver niet al te lange tijd, wellicht al eind 2015, zullen enkele vernieuwingen in de Nederlandstalige liturgie doorgevoerd worden. Aanleiding hiertoe is de nieuwe vertaling van het Romeins Missaal. De redactie van het Gregoriusblad besteedt in een reeks hoofdartikelen aandacht aan deze liturgische vernieuwing. In dit tweede artikel gaan twee auteurs, Rita Ferrone en Paul Inwood, uit het Engels taalgebied in op de wijze waarop daar de Engelse vertaling van het missaal tot stand is gekomen. Zij beschrijven welke gevolgen dat heeft gehad voor de liturgische muziek. Zoals een (te) snelle productie van nieuwe muziek, gekunstelde aanpassing van bestaande muziek en een aanbod van teksten die soms opzettelijk onmuzikaal en onzingbaar lijken te zijn!
(foto's: Rita Ferrone en Trinity Cathedral Choir)

 

KrisOelbrandtIk moest monnik én componist zijn
door Kees van Mechelen

In dit Jaar van het Godgewijde Leven bevat elke aflevering van het Gregoriusblad een gesprek met iemand, die haar of zijn leven gewijd heeft aan de Eeuwige, aan de mensen en aan de muziek. Deze keer een gesprek met Kris Oelbrandt, trappist van de abdij Maria Toevlucht te Zundert. Geboren in 1972 te Sint-Gillis-Waas (B), zich aanvankelijk bekwamend op viool, altviool en piano, vanaf 1990 compositie studerend, prijzen behalend voor zijn composities en meermalen graduerend met ‘grote onderscheiding’. Sinds 15 mei 2002 is hij monnik te Zundert. Want alleen de muziek, het componeren maakte hem niet gelukkig. Al langer wist hij, dat hij ook monnik wilde worden. De eerste vijf jaar in Zundert lag het componeren stil. Totdat het weer 'mocht'. Beluister hieronder delen van werken, die hij sindsdien onder meer schreef.

Fragment van A Dieu – deel V uit Lenteoratorium. Tekst: Psyché – Ida Gerhardt.
Ensemble Sturm und Klang o.l.v. Thomas van Haeperen, Aldo Platteau, bariton
(uitg. Internationale Gemeenschap St. Dominicus Brussel):


 

Fragment van Catharsis – Pianocyclus over De trappen van nederigheid, hoofdstuk 7 uit de Regel van Benedictus.
Tweede trap: Niet gehecht zijn aan de eigen wil.
Jean-Michel Dayez, piano. (uitg. Abdij Maria toevlucht Zundert):

 

 



WillienvWEen nieuw liedboek, wat moet er in?
In deze tweede bijdrage aan een nieuwe rubriek in het Gregoriusblad kiest Willien van Wieringen, bijbels-theoloog en dirigent van het middenkoor Incanto te Zoetermeer, drie gezangen. Eén er van is een tekst van Huub Oosterhuis naar Deuteronomium 32:
Die mij droeg op adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte
die als ik krijsend viel
mij ondervangen met uw wieken
en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon op eigen kracht.
Het lied is voor Willien verbonden met persoonlijke ervaringen: Mensen kunnen verzwakt zijn, maar vrij als een vogel blijven denken; of kwetsbaar worden als een vogeltje dat terugkeert op het nest. Lees haar volledige keuze in het juninummer van GB en beluister hier Die mij droeg.

 

IbachorgelDevHet Ibach-orgel in de Lebuïnus-/Broederenkerk te Deventer
door Cees van der Poel
In 2014 werd het fraaie orgel van de H. Lebuïnus ofwel Broederenkerk te Deventer, gebouwd door de firma Ibach, na een restauratie van twee jaar feestelijk opgeleverd. Cees van der Poel, orgeladviseur, lid van de Katholieke Klokken- en Orgelraad en lid van de redactie van Het Orgel, schreef voor het Gregoriusblad een artikel over dit orgel. De Broederenkerk, daterend uit de veertiende eeuw, was eerst in gebruik bij de Franciscanen en van 1579 tot 1795 bij de protestanten. Na seculier gebruik van enige jaren, wees de stad de kerk weer toe aan de rooms-katholieken die er vanaf 1803 liturgie vierden. Volgens overlevering beschikte men vanaf 1806 over een orgel. Het thans gerestaureerde Ibach-instrument dateert uit 1868 en heeft sinds die tijd het nodige 'meegemaakt'. Er werd aan gewerkt door Ibach, Holtgräve, Doornink, Maarschalkerweerd, Verschueren – met wisselend resultaat. 'De durf van opdrachtgever, organist, adviseurs en orgelmaker Van Vulpen hebben tot een wonderschoon resultaat geleid', constateert Cees van der Poel.

 

CesarFranckCésar Franck: zijn onbekende vocale kerkmuziek
door Elisabeth Smulders
Wie kerkmuziek zegt en César Franck (125 jaar geleden gestorven), zal in eerste instantie denken aan zijn orgelwerken. Ook het Panis Angelicus kennen we allemaal wel, misschien ook zijn mis, zijn Psalm 150 en wellicht een oratorium, zoals Les Béatitudes. Maar Franck schreef nog andere vocale kerkmuziek, die lange tijd ondergewaardeerd is, aldus Elisabeth Smulders. Het zijn vaak homofone STB-zettingen. Melodieuze, vocaal goed doordachte kleinere composities, die het verdienen om aan de vergetelheid ontrukt te worden. Beluister hier het offertoriummotet Quae est ista, gezongen door een koorgroep o.l.v. Maarten Kooij (opn. 1990):



Muziekbeleving buiten de kerk – dissertatie dr. Petra van Langen besproken
door Anton Vernooy

PartOmslagdiepenbrockOp 24 september 2014 verdedigde dr. Petra van Langen aan de Nijmeegse Radboud Universiteit haar dissertatie Muziek en religie – Katholieke musici en de confessionalisering van het Nederlandse muziekleven 1850-1948. Anton Vernooij vindt de dissertatie van belang, omdat het onderwerp muziek en religie zelden nog in hedendaagse studies aan de orde komt. In dit geval de strijd van vakmusici, die de kerk en haar muziek een warm hart toedragen, maar moeten vechten voor waardering en zeggenschap. Waardevol is bovendien dat 'van buitenaf' de kerkelijke regelgeving en de rol van de in die tijd clericaal geleide Gregoriusvereniging kritisch onder de loep worden genomen. Wat Vernooij mist is onder meer de 'benadering vanuit haarzelf' van de muziek die toen werd gecomponeerd door RK-componisten. In een idioom dat ook in de muziek buiten de kerk doorwerkte. In de dissertatie komt niet één notenvoorbeeld voor. Opvallend? Ongetwijfeld ook een kwestie van afbakening van het onderwerp en omvang van de studie?
(afb.: Voorzijde manuscript Missa in Die Festo - A. Diepenbrock)