In 1948 behaalde Otto Deden het Laureaat aan de R.K. Kerkmuziekschool te Utrecht waar hij les kreeg van onder anderen Hendrik Andriessen, Wouter Paap, Herman Strategie en Albert de Klerk.
Hij werd In 1950 ‘directeur-organist’ aan de Sint Antoniuskerk te Dordrecht. In de daarop volgende jaren dirigeerde hij kamerkoren en Koninklijke Mannenkoren in Limburg en Noord-Brabant. Hij studeerde compositie bij Henk Badings. Deden was componist, muziekpedagoog, dirigent, docent en organist.
Van zijn hand verschenen een 150-tal composities, profane ten kerkelijke werken, waaronder 29 missen, diverse motetten, cantates oratoria, piano en orgelwerken. In opdracht verschenen een groot aantal werken: Requiem voor een gevallene in opdracht van ministerie van WVC Mysteria in opdracht van de gemeente Breda. Declamatorium Kain in opdracht van BUMA. Otto Deden was 25 jaar muziekdocent aan het Titus Brandsma-college te Dordrecht. In 1975 werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. In 1982 volgde een benoeming tot Ridder in de orde van Gregorius de Grote en verwierf hij de bronzen erepenning van de stad Dordrecht.
Voor wat betreft de RK kerkmuziek memoreren wij zijn bijdragen aan de serie Zang en Tegenzang van Annie Bank, Adventsgezangen voor vierstemmig koor, sopraan, orkest en orgel in opdracht van de Nederlandse Sint Gregorius Vereniging. Naast de in opdracht verschenen werken componeerde Otto Deden meer dan 100 geestelijk en profane werken.
Moge hij rusten in vrede.