Voorblad GB maart 2025

Heiligheid en schoonheid

Afgelopen najaar was ik op vakantie in de buurt van Guildford, waar in 1961 een nieuwe kathedraal werd gewijd. De eerste Organist and Master of the Choristers van deze kathedraal was Barry Rose, die er op 25-jarige leeftijd de jongste kathedraalorganist van Engeland werd. De kerkmuzikale praktijk van dagelijks gezongen diensten moest vanaf de grond worden opgebouwd. Maar Rose wist binnen de kortste tijd een koor in het leven te roepen dat deze Engelse praktijk wist voort te zetten, en al spoedig bereikte hij een koorkwaliteit die zich kon meten met die van de beste Engelse cathedral choirs.

In 2021 verscheen zijn boeiende autobiografie, Sitting on a pin. A Musical Memoir (2021). Achterin dat boek zit een Appendix met de tekst van een lezing die hij in 1988 hield voor de American Guild of Organists. De titel van die lezing was ‘What’s it all about?’ - vrij vertaald ‘waar doen we het allemaal voor?’ Daarin staat een humoristisch verhaal dat ik u niet wil onthouden. Een gestorven organist verschijnt voor de hemelpoort, waar Petrus op hem wacht. ‘En, wat deed je op aarde?’, vraagt Petrus. ‘Nou, ik was organist’. ‘Ah, daar hebben we er hier niet veel van’, antwoordt Petrus. ‘Loop maar met me mee, we hebben nog een lege kapel met een vierklaviers orgel, waar je je triosonates tot in eeuwigheid kunt studeren’. Terwijl ze door het hemelse landschap wandelden, komen ze voorbij een kapel waar ze door de op een kier geopende deur de klanken van een prelude en fuga van Bach horen, majestueus gespeeld maar nogal langzaam. ‘Wie is dat?’, vraagt de organist. ‘Dat is Albert Schweitzer’, zei Petrus. ‘O daar weet ik alles van’, zegt de organist, ‘wat een geleerdheid!’ Bij de volgende kapel horen ze een schitterende en sprankelende uitvoering van de Fuga in D-groot. ‘Dat’, zegt Petrus, ‘is de meester zelf, de grote Johann Sebastian Bach’. ‘Ik ken al zijn koraalvoorspelen, misschien wil hij me wel les geven’, antwoordt de organist. Bij de volgende kapel komen de klanken van een triosonate naar buiten, subliem gespeeld en twee keer zo snel als onze organist dat ooit had gekund. Als Petrus even niet kijkt, werpt de organist een blik naar binnen en ziet dat de speler één stem met de hand speelt, en de andere twee met zijn voeten. Vragend kijkt hij naar Petrus. ‘Oh, dat is Virgil Fox*’, zegt Petrus. ‘Wat een techniek!’, aldus de organist, die vervolgens met Petrus aankomt bij de mooiste kapel, prachtig ontworpen, waar de meest briljante uitvoering van Bachs Fantasia en Fuga in G-klein klinkt die hij ooit in zijn leven gehoord heeft. ‘Dat is de allerbeste speler’, zegt de organist, ‘ik moet weten wie dat is!’ ‘Dat’, zegt Petrus trots, ‘is God’. Zegt de organist: ‘Wie is dat?’

Een column van Erik Heijerman.

In memoriam Anton Vernooij

Cothen, 18 november 1940 – De Bilt, 12 januari 2025

Martin Hoondert.

Opdat de ruimte meeviert

“Een ruimte die niet stimuleert, werkt als tegenspeler van het geloof.” In de 149e jaargang van het Gregoriusblad richten wij in de vier hoofdartikelen de focus op een aantal vragen: wat inspireert ons als kerkmusici en waar vind je inspiratie? Naar welke plekken zoeken mensen waar ze geïnspireerd worden? En wat leren we daarvan? Ook in de interviews in deze jaargang staan deze vragen centraal. In het eerste hoofdartikel staan we stil bij de liturgische ruimte als plek voor inspiratie. In dat verband spreken we over de spiritualiteit van het kerkgebouw.1 In een negental schetsen zullen we die verkennen. Deze schetsen kunnen een invalshoek zijn voor mensen van een Godservaring in een kerkgebouw.

Een artikel van Richard Bot.

Zingen als fundament der dingen*

Wat hebben hiphopartiest Kyteman, concertpianiste Daria van den Bercken en folkrock-zangeres Signe Tollefsen met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal oud-leerlingen van de Kathedrale Koorschool Utrecht. Deze bijzondere basisschool combineert regulier onderwijs met intensieve muzikale vorming. Kinderen vanaf groep vier maken kennis met de wereld van koormuziek, tradities en samen zingen in een unieke setting. Maar hoe ziet het leven eruit voor de kinderen die nu op deze school zitten? Loek Tol (15) en Vera Boddaert (16) zijn allebei als oud-leerlingen van de koorschool doorgestroomd naar het Kathedrale Koor, dat zingt in de Utrechtse Sint-Catharinakathedraal. Zij vertellen hoe zij hun basisschooltijd hebben ervaren.
* vrij naar Georg Philipp Telemann

Een interview door Martine Mussies.

Liturgie in de kathedraal als inspiratie voor de parochie

Bij de altaarwijding van de Notre-Dame te Parijs

Dit artikel kwam tot stand na een online reflectie tussen Anthony Zielhorst – de auteur van dit artikel – Richard Bot en Wouter van Belle (organist kathedraal Utrecht).
Op https://gregoriusblad.nl/addenda-gb vindt u een link naar de harmonisatie van de Litanie des Saints Dieuaide (pdf).

Een artikel van Anthony Zielhorst.

Een proprium gezang met ordinarium karakter …

- extra aandacht voor de gezongen acclamatie bij de voorbede -

De acclamatie na de intentie bij de voorbede lijdt helaas in veel liturgisch-muzikale praktijken een wat stiefmoederlijk bestaan.1 Als een soort ‘Pavlovreactie’ wordt, veelal zonder onderbreking, na iedere intentie op de oproep van de lector: “laat ons (zingend!) bidden”, bijna altijd dezelfde toonzetting gezongen, bijvoorbeeld: Heer, onze God (Heer), wij bidden U verhoor ons GvL 361/362. Kan het ook anders?

Een artikel van Richard Bot.

Vogelsound

In juni 2023 promoveerde Christiaan Winter aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op het leven en werk van componist en kerkmusicus Willem Vogel (1920-2010). En nu is er dan de handelseditie van zijn proefschrift, een lijvig boekwerk onder de titel: Zuivere, eerlijke, oprechte kerkmuziek. Het is niet alleen een plezierig boek om te lezen, maar ook een heel leerzaam boek. Een aanrader!

Een boekbespreking van Martin Hoondert.